Gepubliceerd op 24-02-2020

Iris

betekenis & definitie

Het begrip iris heeft 3 verschillende betekenissen:

1. iris - IRIS, v. (myth.) eene maagdelijke godin, de gevleugelde bode en dienares der goden, inz. van Juno;
regenboog;
— (ontl.) regenboogvlies (in het oog).

2. iris - IRIS, m. (-sen), zeker edelgesteente, welks kleuren gelijken op die van den regenboog.

3. iris - IRIS, v. (-sen), (plantk.) de lischbloem.

< >