INSCHRIJVEN, (schreef in, heeft ingeschreven), schrijven in (een boek, register enz.), op-, aanteekenen: iem. als leerling eener school, als lid inschrijven; is deze post reeds ingeschreven ?;
— (w. g.) inteekenen : ik heb op die nieuwe uitgave niet ingeschreven;
— door het inschrijven van zijn naam zich verbinden tot het betalen van zekere som of het schenken van iets in natura : de heer A. heeft op de nieuwjaarslijst ingeschreven voor f 25, de landman B. voor drie zakken tarwe en 50 mutsaards;
— zich laten inschrijven voor de deelneming aan een wedstrijd, prijskamp enz.;
— (van aannemers) opgeven voor welken prijs men aanneemt, zeker werk te maken, te doen : voor die nieuwe school met 12 lokalen schreef hij in voor f 60.000;
— opgeven voor welken prijs men iets wil pachten, huren, leveren : voor de tienden is laag ingeschreven.