IJSLEPELTJE, o. (-s), lepeltje om vruchtenijs enz. te eten;
...MACHINE, v. (-s), machine voor de bereiding van kunstijs : ijsmachine van Carré;
...MAKER, m. (-s), bereider van ververschingsijs;
...MEEUW, v. (-en), ijsstormvogel, mallemuk;
...MIJN, v. (-en), springlading tot ijsopruiming;
...MOLEN, m. (-s), werktuig om ijs fijn te malen (voor de verpakking van visch); (gew.) zeker ijsvermaak;
...MUTS, v. (-en), ruigharige wollen muts, ‘s winters inz. door schaatsenrijders gedragen;
...NAALD, v. (-en), lang en dun ijskristal;
...NAGEL, m. (-s), zeer harde hoefnagel met bijivormige snede of met een punt in den vorm eener vierzijdige piramide en dienend tot winterbeslag der paarden.