HYENA, v. (-’s), zeker roofdier met gevlekte of gestreepte huid, dat hoofdzakelijk op lijken aast: de gestreepte hyena (hyaena striata); de gevlekte hyena (h. crocuta); de Kaapsche hyena, strandwolf (h. brunea);
— de hyena’s der slagvelden, zij die de lijken of zwaargewonden op de slagvelden berooven;
— HOND, m. (-en), zeker roofdier in Afrika (canis pictus), eene op hyena’s gelijkende hondensoort met gevlekte huid en wijde ooren, steppenhond.