Gepubliceerd op 12-09-2018

Haschisch

betekenis & definitie

HASCHISCH, v. verdoovingsmiddel uit den Indischen hennep gewonnen: de haschisch wordt gerookt als opium, ook wel gekauwd of in dranken gedaan; bij geringe hoeveelheden werkt zij opwekkend en bevordert den eetlust; bij overmatig gebruik veroorzaakt zij zinsverbijstering en verstijving der ledematen.

< >