Gepubliceerd op 24-02-2020

Griet

betekenis & definitie

Het begrip griet heeft 5 verschillende betekenissen:

1. griet - GRIET, o. (w. g.) grofzand, steengruis.

2. griet - GRIET, v. (-en). GRIETJE, o. (-s), de verkorte vrouwennaam Margareta;
— (spr.) we moeten elkander geen Grietje (gewoonlijk Mietje) noemen, elkander geen kool verkoopen, maar de dingen bij hun rechten naam noemen;
— ‘t is eene booze (Zuidn. dolle) Griet, een boos, kwaad wijf;
— (ook) basterdvloek, eene opzettelijke vervorming van God wel groote Griet!;
— eene soort van appel, ook Margriet genoemd Zeeuwsche Grieten;
— (scheepst.) grietje, het bramzeil van den bezaansmast, bovenkruiszeil.

3. griet - GRIET, m. (-en), zekere vogel, grutto (limosa aegocephale).

4. griet - GRIET, v. (-en), eene zeer breede soort van platvisch (rhombus), met een rugvin die vóór de oogen begint en een afgeronden staartvin, ook wel kaan of snoever geheeten tarbot is eene groote soort van grieten.

5. griet - GRIET, v. (-en), (scheepst.) (gew.) smalle rib onder langs de luiken voor het ruim (van een binnenvaartuig).

< >