GRASETTING, v. het recht om het gras van dijken, wegen enz. door het vee te doen afgrazen;
...GANS, v. (...ganzen), zekere vogel, rietgans;
...GAREN, o. eene soort van garen (van blauw vlas), waarvan vischnetten (b. v. schakels) gebreid worden;
...GELD, o. de geldsom waartegen weiland wordt verhuurd;
...GEWAS, o. het te velde staand gras, al het gras van één jaar; verpachting van grasgewas;
—, (-sen), eene plant die tot de grassen behoort.