GRAAL, m. (in middeleeuwsche sagen en romans) de schaal of schotel, waarvan Christus zich bij het laatste avondmaal bediende en waarin Jozef van Arimathea het bloed uit Jezus’ zijde opving;
—BURG, m. (in de graalromans) het kasteel waarin de heilige graal bewaard werd;
—RIDDER, m. (*s), ridder die uittoog om den graal te zoeken;
—ROMAN, m. (-s), (in de middeleeuwsche letterkunde) (berijmde) verhalen, handelende over het zoeken en vinden van den graal (eene afdeeling der Keltische of Arthurromans).