GLIPPER, m. (-s), (hist.) tijdens de Spaansche troebelen, benaming der uit de steden van Holland uitgeweken Spaansch- en Roomschgezinden;
— een glipper(tje) maken, heimelijk een ongeoorloofd uitstapje doen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: