GELIEFDE, m. en v. (-n), beminde, uitverkorene;
— (spr.) geliefdens kijven doet liefde beklijven , wanneer twee geliefden hebben getwist, wordt gewoonlijk hunne liefde door de verzoening nog inniger;
— geliefde echtgenoot;
— lieve bloedverwanten mijne geliefden.