Het begrip gelei heeft 2 verschillende betekenissen:
1. gelei - GELEI, v. (-en), het gekookte sap van vleesch of van andere dierlijke zelfstandigheden, tot eene weeke, lillende stof gestold gelei voor zieken, gelei van kalfsbeenderen, gelei van hertshoorn;
— gestold sap van met suiker gekookte vruchten aalbessengelei, appelgelei; (ook) rumgelei, punchgelei, rum (of punch) met suiker, door gelatine stijf gemaakt;
— eene dikke, weeke zelfstandigheid in ’t algemeen. GELEITJE, o. (-s).
2. gelei - GELEI, o. samentrekking van GELEIDE; zie aldaar.