GEKRUIFD, bn. (van laken of wollen stoffen) gekruld, met noppen opgehaald, zoodanig bewerkt, dat het niet met den draad neergestreken haar in ontelbare kleine bosjes of knotjes ineengedraaid is, gefriseerd, geratineerd;
— (plantk.) gekruifde zaden, met een kuif of aanhangsel van haren voorzien.