Gepubliceerd op 06-09-2018

Gekkelijk

betekenis & definitie

GEKKELIJK, bn. bw. bespottelijk een gekkelijk zwak voor iem. of iets hebben;

dat meisje is nog al gekkelijk, schertst gaarne met jongens;
— bw. (van wijze) op eene gekkelijke wijze, dwaas, mal, of wel, belachelijk, potsierlijk: ik vrees, dat ik mij gekkelijk verpraat heb. GEKKELIJKHEID, v. dwaasheid.

< >