Gepubliceerd op 02-09-2018

Gehard

betekenis & definitie

GEHARD, bn. (-er, -st, meer-, meest-), ten gevolge van oefening, opvoeding, gewoonte enz. sterk geworden en daardoor bestand tegen, geschikt tot het verduren van ontberingen, vermoeienissen, ruw weder en soortgelijke ongemakken een gehard zeeman; geharde krijgslieden;

— (van een land- of luchtstreek): men weet ook wel, welke reuzen uit het geharde Noorden zijn opgetreden;
— tegen de koude, tegen de ongemakken van den oorlog gehard zijn, die kunnen verduren, er tegen bestand zijn;
— hij is in weer en wind gehard, dooi gewoonte van in de open lucht te leven tegen de guurheid van het weer bestand-.
— in gevaren (het krijgsgevaar enz. gehard zijn. door herhaaldelijk in zulke gevaren verkeerd te hebben er gevoelloos voor zijn, er niet voorvreezen;
—door wilkracht, opvoeding, gewoonte enz. in zekere mate ongevoelig voor verschillende, inz. onaangename of smartelijke, aandoeningen of de werking van datgene waardoor zij worden opgewekt; treffen onverwachts de slagen, duldt ze met geharden moed.

< >