Gepubliceerd op 02-09-2018

Gedienstigheid

betekenis & definitie

GEDIENSTIGHEID, v. dienstvaardigheid, voorkomendheid; de gedienstigheid zelf zijn, in de hoogste mate gedienstig zijn; ondertusschen is deze gedienstigheid (t. w. in het overbrengen van booze praatjes enz.) doorgaans de grootste ondienst voor hem, aan ivien zij bewezen wordt;

—, (...heden), eene handeling, die van dienstvaardigheid getuigt; dienst, voorkomendheid: de lastige gedienstigheden moest ik zonder ophouden beantwoorden met diepe buigingen.