Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie T
- Tusschendoornbeentjes
- Tusschengang
- Tusschengereght
- Tusschenin
- Tusschenkomst
- Tusschenliggend
- Tusschenlijn
- Tusschenregeering
- Tusschenspel
- Tusschentijd
- Tusschentijds
- Tusschentoon
- Tusschenuit
- Tusschenuur
- Tusschenweefsel
- Tusschenwerpsel
- Tussghengelegen
- Tussghenkomend
- Tussghenpoozend
- Tussohenkleur
- Tussor
- Tut
- Tutelair
- Tutoyeeren
- Tutti
- Tuuk
- Tuur
- Twaalf
- Twaalfdaagsch
- Twaalfde
- Twaalfdehalf
- Twaalfderhande
- Twaalfdoornig
- Twaalfduizendste
- Twaalfhoek
- Twaalfhoekig
- Twaalfhonderd
- Twaalfhonderdste
- Twaalfjarig
- Twaalfmaal
- Twaalfmaandelijksch
- Twaalfponder
- Twaalftal
- Twaalftallig
- Twaalfuurtje
- Twaalfvingerige darm
- Twaalfvlak
- Twaalfvoud
- Twaalfvoudig
- Twee
- Tweeakter
- Tweearmig
- Tweeblad
- Tweebladig
- Tweede
- Tweedehandsgh
- Tweedekker
- Tweedraadsch
- Tweedraadsmachine
- Tweedracht
- Tweedrachtig
- Tweedrachtsappel
- Tweedubbel
- Tweeduizendste
- Tweeërhande
- Tweegevecht
- Tweehandig
- Tweehonderd
- Tweehonderdste
- Tweehoofdig
- Tweeklank
- Tweekleurig
- Tweeledig
- Tweelicht
- Tweeling
- Tweelingbroeder
- Tweelingen
- Tweelingzonnen
- Tweelippig
- Tweeloop
- Tweemaal
- Tweemaandelijksch
- Tweemachtig
- Tweeman
- Tweemanschap
- Tweemansschool
- Tweemast
- Tweeoogig
- Tweeriemsgiek
- Tweern
- Tweernen
- Tweeschalig
- Tweeschijfsblok
- Tweeschillig
- Tweeslachtig
- Tweeslag
- Tweesnarig
- Tweesoortig
- Tweespalt
- Tweespan
