Gepubliceerd op 02-09-2018

Eiersaus

betekenis & definitie

EIERSAUS, v. (-en);

...SCHAAL, v. (...schalen), schaal, kalkachtig omhulsel van een ei; schaal voor eieren; (w. g ) zeer dun porselein;
...SCHAALTJE, o. (-s), eierdopje;
...SLAK, v. (-ken), (nat. hist.) eene slak in de Middellandsche Zee;
...SOEP, v.;
...SPIEGEL, m. (-s), toestelletje om vlug te kunnen zien, of de eieren versch zijn;
...STAAF, v. (...staven), eierlijst;
...STOK, m. (-ken), (ontl.) plaats waar het ei in het vrouwlijke dier gevormd wordt;
— vruchtbeginsel, onderste deel van den stamper in eene bloem:
...STRUIF, v. (...struiven), eenige geklutste eieren: gebak daarvan;
...TAART, v. (-en);
...TIKKEN, o. het tikken met gekookte eieren, een kinderspel met Paschen; wiens ei heel blijft, die heeft het gewonnen;
...VLA, v. (...vlaas), eierkoek;
...VOER, o. vogelvoer dat met kleine stukjes van gekookte eieren vermengd Is;
...VROUW, v. (-en), eierverkoopster;
...WINKEL, m. (-s).
EIGEEL, o. het geel van een ei,