Het begrip eend heeft 2 verschillende betekenissen:
1. eend - EEND, v. (plantk.) oeverzegge (carex riparia).
2. eend - EEND, v. (-en), (anas) familie der zwemvogels met breeden snavel die voorzien is van eene hoornachtige punt en gekartelden rand; de pooten staan naar achteren, waardoor zij een waggelenden gang hebben; groep vogels dezer familie met schopvormigen snavel en vrijen achterteen;
— (spr.) de gebraden eenden vliegen hem in den mond, hij is buitengewoon voorspoedig;
— er is eene vreemde eend in de bijt, een vreemde in den kring van bekenden;
— het zijn wel mooie woorden, (zinspeling op woerd, mannetjeseend), maar de eenden leggen de eieren, aan beloften alleen heeft men niets;
— ’t is eene (domme) eend, een domme vent;
— (fig.) valsche tijding (soms opzettelijk verspreid om de lichtgeloovigen te foppen), canard. Eendje, o. (-s).
