Gepubliceerd op 02-09-2018

Duizendknoop

betekenis & definitie

DUIZENDKNOOP, v. (-en), een plantengeslacht, tot de familie der veelknoopigen hehoorende (polygonum), waarvan er veertien soorten in ons vaderland worden aangetroffen slangen- of adderwortel; veenwortel of papenkwaad, ook wilde wilg; knoopige duizendknoop; bleeke duizendknoop; losse duivelknoop; perzikbladige duizendknoop; zachte duizendknoop; waterpeper, ook bittertong, kleine duizendknoop; varkensgras, ook bargegras, zwijnen- of mottengras, weg- en kreupelgras geheeten; zwaluwentong, ook zwarte winde, ronken en reng geheeten; heggeduizendknoop; boekweit, en franschmonnen, ook wilde-, zee- of Fransche boekweit geheeten.