DRIEJAARLIJKS, bw.,
...JAARLIJKSCH, bn. om de drie jaar terugkomend, verschijnend: de betaling geschiedt in driejaarlijksche termijnen;
— de driejaarlijksche (zekere tentoonstelling van schilderijen);
...JARIG, bn. drie jaar oud: een driejarig kind; een driejarig paard;
...KAART, v. (-en), (kaartsp.) drie opeenvolgende kaarten derzelfde kleur.