DOORTASTEN, (tastte door, heeft doorgetast), voortdurend tasten; door eene opening tasten; (fig.) niet veel omwegen maken, (iets) met kracht doorzetten; gij moet niet lang dralen, maar doortasten;
—, (doortastte, heeft doortast), tastend onderzoeken ik doortastte zijne zakken, (ook fig.).