DOORDRUIPEN, (droop door, is en heeft doorgedropen), aanhoudend druipen; door iets druipen; gij moet dat vocht eerst laten doordruipen om het te filtreeren;
— die zak druipt door, het vocht druipt erdoor; (fig. w. g.) zich stilletjes verwijderen. DOORDRUIPING, v.