Wat is de betekenis van slijten?

slijten - onregelmatig werkwoord uitspraak: slij-ten 1. in het gebruik langzaam kapot gaan of minder worden ♢ de banden van onze auto zijn gesleten 2. ergens zijn ♢ hij sleet zijn tijd grotendee...

1. Een in België veel gebruikte uitdrukking voor het uit de grond trekken van het vlas bij de oogst. 2. Achteruitgaan in conditie.

v., slite, s l i e t, s l i t e n; door wrijven —, slytskaerdzje.

...

(sleet, heeft of is gesleten), 1. (overg.) door voortdurende wrijving of door voortdurend gebruik doen afnemen in massa, sterkte of bruikbaarheden: zoiets slijt je broek; — de tijd zal het slijten, t.w. een aandoening, een ongemak; 2. (overg.) door voortdurende wrijving of voortdurend gebruik veroorzaken: een gat in zijn sch...

sleet, h. (1, 2, 3, 5), i. (4, 6) gesleten (1 doen afnemen in massa, sterkte, bruikbaarheid, aanzien, doen kaal worden enz. door voortdurende wrijving, voortdurend gebruik; 2 uittrekken bij de oogst, vlas, hennep enz. inz. Z.-N.; 3 bij kleine hoeveelheden verkopen; 4 afnemen in massa, sterkte, bruikbaarheid, aanzien, kaal worden enz. door voortdure...

('slijtən) (sleet, gesleten) I. (heeft) 1. Veroud. splijten, vaneenrijten. 2. door voortdurende wrijving of gebruik, in sterkte enz. doen afnemen : veel schoenen -. → drempel. 3. door voortdurende wrijving in een bepaalde toestand brengen : het water slijt keien glad. 4. door voortdurende wrijving of gebruik veroorzaken : gaten in een b...

van den Germ. wt. slit = stuk maken. Zie Sleet en Slet.

...