Gepubliceerd op 01-09-2018

Consul

betekenis & definitie

CONSUL, m. (-s), (Rom. gesch.) elk der beide eerste overheidspersonen in den Staat;

— (in Frankrijk) titel van de drie bewindvoerders (1799 —1804);
— gevolmachtigde of vertegenwoordiger eener vreemde regeering in eene stad, ter waarneming van de (handels-)belangen der onderdanen van dien staat: viceconsul, leerling-consul;
— (bij den wielrijdersbond) de wielrijder die inlichtingen geeft over de wegen in zijne streek, vreemdelingen ten dienste staat enz.

< >