CIRCUS, m. ook o. (-sen), ronde schouwplaats, strijd-, renbaan, -worstelperk;
— paardenspel: circus Schuman;
...MENSCH, o. (-e.i), (minachtend) iem. die in een circus optreedt;
...PAARD, o. (-en), gedresseerd paard van een circusrijder;
...VOORSTELLING, v. (-en).