Wat is de betekenis van circus?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

circus

(1950) (wielr.) bijnaam van de Tour de France. Voluit: het circus van Jacques Goddet (de Fransman die samen met Félix Lévitan jarenlang het bewind voerde in de Tour. Hij was de schoonzoon van Henri Desgrange, de stichter van de Tour). • Een circus!, jawèl. Het grootste circus aller tijden misschien. Doch - merkwaardiger&no...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

circus

circus - zelfstandig naamwoord uitspraak: cir-cus 1. rondtrekkende groep die in een tent zijn kunsten vertoont ♢ in het circus zagen we leeuwen, paarden en clowns Zelfstandig naamwoord: cir-cus het circus ...

2024-04-27
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Circus

Circus - 'het circus van Jacques Goddet': schertsende en verouderde benaming voor de Tour de France. Genoemd naar de Fransman Jacques Goddet, die samen met Félix Lévitan jarenlang het bewind voerde in de Tour.

2024-04-27
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

circus

Bijnaam van de Tour de France. Voluit: het circus van Jacques Goddet (de Fransman die samen met Félix Lévitan jarenlang het bewind voerde in de Tour. Hij was de schoonzoon van Henri Desgrange, de stichter van de Tour). Syn.: Grande Bouclé; grote lus. Een circus!, jawèl. Het grootste circus aller tijden misschien. Doch - merkwaardigerwijs - een circ...

2024-04-27
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Circus

Degene die de prestaties van de artiesten in de manege bewondert, wil in de waaktoestand iemand, die z’n leven in goede banen heeft weten te leiden, als een ideaal voorbeeld hebben. Wanneer we zelf in een circus optreden, dan willen we in ons dagelijks werk onze talenten bewijzen. (Zie ook ‘Clown’, ‘Cirkel’, ‘Tov...

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Circus

[Lat. = loopbaan, renbaan (vgl. circum = rondom); verzamelplaats van waarzeggers, goochelaars e.d.] reizende troep die voorstellingen geeft van dressuur, acrobatische toeren e.d.; gebouw of tent daarvoor.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Circus

beestenspel; worstelperk; ronde schouwplaats

2024-04-27
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Circus

De ronde manege is de cirkel waarbinnen uw Ik zich bevindt. Bent u de circusartiest die, onder bijval van het publiek, de cirkel rond loopt? In dat geval staat u met uw innerlijke krachten op zeer goede voet. Bent u de dompteur, aan wie de wildste dieren alleen al op het geluid van zijn stem gehoorzamen? Dan heeft u uw driftleven uitstekend onder c...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Circus

in het oude Rome de meestal ovaalvormige arena voor wedstrijden en kampgevechten (gladiatoren). De arena was omgeven door oplopende rijen zitplaatsen. Het grootste circus was het colosseum, waarvan de ruïnes nog een grote toeristische attractie vormen. Tegenwoordig worden in (rondreizende) circussen dierendressuur en acrobatische toeren...