CADANS, v. (-en), (in verzen) zooveel als maat, rythmische constructie, rythmus, met bijgedachte aan hetgeen een vers goed doet vloeien, welluidend maakt; in dit gedicht is de cadans goed bewaard;
— (bij den dans) het overeenkomen van de dansbeweging met de maat die door de muziek wordt aangegeven;
— (in de muziek) toonval of toonsluiting, de aan een slotakkoord onmiddellijk voorafgaande akkoorden; eenigszins vrij bewerkte maten op het einde van een stuk, of deel ervan, meestal voor solo waarin vaak technische moeilijkheden voorkomen in dit concert komt eene cadans voor viool voor.