BUSKRUIT, o. licht ontvlambaar mengsel van salpeter, houtskool en zwavel, o. a. gebruikt voor het afschieten van vuurwapenen; rookzwak buskruit;
— (spr.) hij heeft het buskruit niet uitgevonden, hij is alles behalve schrander;
— hij vliegt op als buskruit, hij is erg licht geraakt.