Het begrip brommer heeft 2 verschillende betekenissen:
1. brommer - BROMMER, m. (-s), die bromt;
— bromvlieg; (muz.) brombas, brompijp;
— standje, uitbrander hij zal een brommer krijgen;
— (gew.) hij heeft een brommer op, hij is aangeschoten, beschonken, inz. gezegd van personen die dan gemelijk, brommerig zijn;
— tochtige bandelooze koe die bromt; (oudt.) lang belegeringsgeschut van 12 pond.
2. brommer - BROMMER, m. (-s), ook BROM, naam der eerste huurrijtuigen te Amsterdam, omstreeks 1819 in gebruik gekomen en later door de grootere vigilantes vervangen (naar den stalhouder Brom zoo geheeten).