BOONENLAND, o. (-en), boonakker;
...MEEL, o. meel van gedroogde boonen gemalen;
...NAT, o. water waarin boonen gekookt zijn;
— (fig.) hij is het boonennat niet waard, niets waard;
...RANK, v. (-en);
...SCHIL, v. (-len);
...SNIJMOLEN, m. (-s), ijzeren werktuigje waarmede men zeer vlug snijboonen snijdt;
...SOEP, v. soep van bruine of witte boonen.