Gepubliceerd op 01-09-2018

Boeier

betekenis & definitie

1.

BOEIER, m. (-s), iem. die boeit (in alle bet.)
2.
BOEIER m. (-s), een vaartuig van voren en van achteren hoog opgeboeid en betrekkelijk hoog opgetuigd; pleizierjacht in de binnenwateren een Friesche boeier;
—AAK, v. (...aken), soort van schip op de Zeeuwsche stroomen;
—SCHIP, o. (...schepen);
—SCHIPPER, m. (-s).

< >