BESLAGLIJN, v. (-en), (zeew.) dunne, ongeteerde lijn waarmee men de lichte zeilen beslaat;
...LOODS, v. (-en), waaronder de paarden beslagen worden:
...MAKER, m. (-s), (Zuidn.) druktemaker, brani;
...POT, m. (-ten), waarin beslag gemaakt wordt;
...NAGEL, m. (-s), hoefspijker;
...RING, m. (-en), om de zeilen te beslaan;
...SEIZING, v. (-s), (zeew.) lang, smal gevlochten touw of seizing waarmede men het bramzeil beslaat, op de ra vastbindt.