BEHELPEN (ZICH), (behielp zich, heeft zich beholpen), zich redden: zonder voldoende gereedschappen moet men zich weten te behelpen;
— het met iets stellen, doen, dat minder is dan men wel zou wenschen, roeien met de riemen die men heeft, met weinig tevreden zijn: hij weet zich te behelpen;
— karig moeten leven hij moet zich behelpen.