BEGROOTING, v. (-en), voorloopige berekening van een te maken werk eene begrooting maken, laten opmaken;
— de raming van de kosten van een lands-, gemeentebestuur, wetsontwerp waarbij de staatsuitgaven, en de middelen om daarin te voorzien, jaarlijks worden vastgesteld de begrooting wordt in September bij de Tweede Kamer ingediend; de begrooting wordt eerst in de sectiën en daarna in eene openbare zitting behandeld; nieuwe posten op de begrooting brengen;
— er komen weer drie nieuwe oorlogsbodems op de begrooting voor, daarvoor wordt geld door de regeering gevraagd;
— budget; schatting.