bw. (van wijze) in omgekeerde richting een boek averechts lezen (van achter naar voren); rechts en averechts breien;
— onoordeelkundig, onverstandig, verkeerd: averechts oordeelen, zijn plicht averechts volbrengen;
— anders dan men gehoopt had: ’t valt averechts uit;
— anders dan in de bedoeling lag (verkeerd of ongunstig): mijn stilzwijgen werd averechts opgenomen, werd verkeerd uitgelegd of werd mij ten kwade geduid.