Afweven (weefde af, heeft afgeweven), op het weefgetouw verwerken zoodra al het katoen is afgeweven;
— gedaan maken met weven, alles af doen wat men te weven heeft: laten we eerst maar afweven;
— op het weefgetouw afmaken, voltooien in hoeveel tijd kunt ge dat stuk afweven ?;
— (fig. dicht.) (van een kunstwerk) het afmaken, voltooien;
— eene reeks van handelingen die onderling samenhangen geregeld volbrengen, het geheele plan volvoeren kent gij vele arglistige menschen die de webbe hunner bedriegerij tot het einde toe kunnen afweven ?;
— (in toepassing op het web des levens, zinnebeeldige uitdrukking voor het leven, den levensduur eens menschen): eer wij hunne nadering ontwaren, weven de rustelooze jaren ’t web onzer jonkheid reeds af;
— (fig.) eene taak tot in alle onderdeden afwerken en hiermede, mijne toehoorders, heb ik de taak afgeweven welke ik mij voorstelde; wanneer de ouderdom de levenstaak heeft afgeweven en men de volmaaktste rust te gemoet treedt;
— (fig.) zijne (levens-) taak is afgeweven, zijn leven is ten einde, hij gaat sterven; of wel, hij is gestorven.