(stofte af, heeft afgestoft), (bestoven voorw.) reinigen door er het stof met een schuier of drogen doek af te vegen zijne boeken, zijn lessenaar af stoffen;
— iem. afstoffen,-t. w. de kleederen of schoenen die hij aanheeft;
— zich afstoffen, zijne eigen kleederen of schoenen van het stof reinigen. AFSTOFFING, v.