Gepubliceerd op 30-08-2018

Afslingeren

betekenis & definitie

AFSLINGEREN, (slingerde af, heeft en is afgeslingerd), (menschen, dieren en voorwerpen) met eene slingerende beweging wegwerpen, met een krachtigen zwaai van den arm wegdrijven of doen wegstuiven : hij pakte den hond beet en slingerde hem het erf (of van het erf) af;

— iem. van zich af slinger en, hem ruw van zich afstooten;
— iets van zich afslingeren, het met geweld van zich werpen;
— door slingeren verwijderen, afscheiden door de centrifugale werking : de afgeslingerde stroop heet melasse en bevat nog 51 % saccharose;
— (een voorwerp dat aan iets anders vastzit of er een deel van uitmaakt) met geweld losmaken en wegslingeren : de storm slingerde de pannen van de daken af;
— naar beneden slingeren : een steen van het dak afslingeren;
— de bezetting op den muur slingerde brandende pekkransen op de bestormers af;
— (voorwerpen die zich op of aan andere bevinden) eraf doen vallen door ze te treffen met een voorwerp dat men er tegenaan slingert: een bal van den paal afslingeren; baldadige jongens hebben het standbeeld den neus afgeslingerd;
— slingerend naar beneden vallen : in den rukwind slingerde een der matrozen van het schip af;
— (van rivieren, beken, wegen, paden enz.) zich in een slingerenden loop van eene gegeven plaats verwijderen : het beekje slingert bij dien molen van den straatweg af;
— (gew.) zich afslingeren, een losbandig leven leiden; zich door een losbandig leven uitputten ; er afgeslingerd uitzien.

< >