Het begrip afpluizen heeft 2 verschillende betekenissen:
1. afpluizen - AFPLUIZEN, (ploos af, heeft afgeplozen), (iets dat aan iets anders vastzit) door pluizen ervan wegnemen. het bij kleine stukjes, vezeltjes of pluisjes ervan afplukken : het vleesch van een been afpluizen;
— de roofjes van eene zweer afpluizen;
— een beentje afpluizen, er het vleesch bij vezeltjes afhalen;
— een afgeplukten vogel afpluizen, er de nog overgebleven donsvlokjes uittrekken;
— (scherts.) een hoentje, een patrijsje afpluizen, afpeuzelen.
2. afpluizen - AFPLUIZEN, (pluisde af, heeft en is afgepluisd), (voorwerpen waarop zich pluisjes bevinden, inz. kleedingstukken) van de pluisjes ontdoen of reinigen door die een voor een weg te nemen : een rok afpluizen;
— iem. afpluizen, t. w. de kleederen die hij aan heeft;
— zich afpluizen, zijne eigen kleederen;
— (van geweven stoffen of van hetgeen daaruit vervaardigd is, kleederen, tapijten enz.) pluisjes, draadjes of vezeltjes loslaten : die stof gebruik ik nooit: zij pluist mij te veel af. AFPLUIZER, m. (-s). AFPLUIZING, v. (-en).