AFPEINZEN, (peinsde af, heeft en is afgepeinsd), langdurig peinzen, diep nadenken : een wijsgeer als Hegel die in zijn leven heel wat afgepeinsd heeft;
— zich afpeinzen, zich afmatten door ingespannen peinzen : ik heb mij afgepeinsd en afgetobd, maar het raadsel niet kunnen oplossen; het afgepeinsde hoofd.