Gepubliceerd op 24-02-2020

Aflichten

betekenis & definitie

Het begrip aflichten heeft 2 verschillende betekenissen:

1. aflichten - AFLICHTEN, (lichtte af, heeft afgelicht), (een voorwerp dat op een ander ligt) oplichten, optillen, en wegnemen, met betrekkelijk weinig moeite : het deksel van den pot aflichten; (ook fig.) iets dat als een drukkende last beschouwd wordt, wegnemen : bergen van zwarigheden waren op één oogenblik van hun hart afgelicht;
— den hoed, de pet, muts enz. aflichten, het hoofddeksel even oplichten en van ’t hoofd nemen;
— het masker aflichten, zich in zijn waren aard vertoonen;
— iemand het masker aflichten, in zijne ware gedaante doen kennen, zijn huichelen bekend maken;
— (fig. bijb.) iemand de schellen van de oogen aflichten, hem inlichten en van zijne dwaling genezen, iets juist leeren inzien;
— (scherts.) (mensch of dier) met een wis en behendig schot nederschieten en van de hoogte waarop zij zich bevinden doen aftuimelen: zal ik dien vogel op het dak even aflichten ? AFLICHTING, v.

2. aflichten - AFLICHTEN, (lichtte af, heeft afgelicht), het licht naar beneden laten stralen;
— iem. die bij duisternis naar beneden gaat, bijlichten, hem met een licht vergezellen en naar beneden geleiden : laat het meisje ons even aflichten.

< >