AFGEVAARDIGDE, m. en v. (-n), iem. die door eene vereeniging of een machthebbend persoon met eene bepaalde opdracht is afgezonden;
— lid eener vertegenwoordigende vergadering;
— volksvertegenwoordiger, inz. lid der Staten-Generaal: de geachte afgevaardigde van Z. is een goed volksvertegenwoordiger.