AFGEKNOT, bn. (wisk.) een afgeknotte kegel, piramide. kegel, piramide waarvan de top geacht wordt afgesneden te zijn door een plat vlak, al of niet evenwijdig loopende aan het grondvlak; een afgeknotte balk,prisma, cilinder enz., balk, prisma, cilinder waarvan een bovendeel afgesneden is door een plat vlak, niet evenwijdig aan het grondvlak;
— (plantk.) (van bladeren) aan den top dwars afgesneden;
—(wapenk.) een afgeknotte paal van goud, niet van den eenen rand van het schild tot den anderen doorloopende, maar er dichtbij eindigende.