Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verzet

betekenis & definitie

o.,

1. verpozing, uitspanning: tot verzet wat pianospelen, wandelen ;
2. het verzetten, verplaatsen; vgl .grondverzet;
3. tegenkanting, het bieden van weerstand : verzet tegen de politie ; verzet bieden, plegen ; in verzet komen; gewapend verzet; het heimelijk en openlijk verzet tegen de Duitse overheersing; meton. ook zij die zich verzetten : de illegaliteit ziet hierin een zeer ernstige miskenning van de door het verzet gebrachte offers; — (rechtst.) rechtsmiddel tegen een uitspraak van een rechtsprekende instantie ; inz., in burgerlijke zaken, rechtsmiddel waardoor de gedaagde kan opkomen tegen een vonnis, waarbij hij bij verstek is veroordeeld: verzet aantekenen ; verzet doen tegen een dwangbevel, bij de rechter de vernietiging van een dwangbevel vragen door dagvaarding van de ambtenaar die het heeft uitgevaardigd; 4. (w. g.) pand: hij heeft mij zijn horloge in verzet gegeven ;
5. (kaartsp.) kaart waarmede een hogere bedekt of bezet wordt gehouden.