Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Bieden

betekenis & definitie

(bood, heeft geboden),

1. (nog dicht.) zeggen, wensen : iem. het welkom bieden ;
2. toekeren, toesteken : iem. de mond, de arm, de wang bieden; — oneig. : iem. de behulpzame hand bieden, hem bij staan; — het hoofd bieden aan, zich keren, teweerstellen tegen —;
3. aanbieden: iets te koop bieden; de omgeving biedt gelegenheid tot tal van uitstapjes', een (fraai enz.) schouwspel bieden;
4. een bod doen: op een nummer bieden (bij een verkoping); ik bied er twintig gulden voor; met loven en bieden werden zij het eens, door prijs en bod te vereffenen ; — als beursterm: in geld willen geven voor (tgov. laten);
5. bij kaartspelen (bridge): aankondigen dat men het genoemde aantal slagen meent te kunnen halen.