Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verleggen

betekenis & definitie

(verlegde, heeft verlegd),

1. anders leggen : zijn hoofd verleggen ;
2. elders leggen, verplaatsen : zijn boeken verleggen : troepen verleggen, van legerplaats doen veranderen; — (in ’t bijz.) op een zodanige plaats leggen dat men de zaak niet terug kan vinden : ik heb mijn handschoenen verlegd:
3. (veet.) ontijdig kalven.