Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Verdraaid

betekenis & definitie

I. bn. bw.,

1. door draaien bedorven: een verdraaide schroef, lam, dol;
2. door draaien van zijn plaats of uit zijn fatsoen gebracht: je ceintuur is hélemaal verdraaid; — misvormd: van leden verdraaid genoeg, om voor een schildpad door te gaan; — (fig.) een verkeerd en verdraaid geslacht (Deut. 32 : 5); — verdraaid, half verdraaid zijn, niet goed wijs zijn ; hij is een halve verdraaide.een halve gare ;
3. verzachting van verdoemd, vervloekt: die verdraaide jongens’, — als versterkend bw., zeer, in hoge mate : ’t is verdraaid lastig ; — als bevestiging : ’t is verdraaid waar;

II. tw., verzachting van verdomd: wel verdraaid !