1. niet achten, met minachting aanzien, bejegenen: de lasteraar wordt veracht; die zijn naaste veracht, zondigt (Spr. 14 : 21):
2. niet tellen, trotseren: de dood. verachten;
3. verlagen, vernederen, verkleinen: gij moet uw broeder niet zo verachten;
4. versmaden: — iets verachten, er de waarde van verkleinen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk