Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Achten

betekenis & definitie

(achtte, heeft geacht),

1. acht (op iets) geven, er op letten: een vermaning niet achten; iem. of iets niet achten, er zich niet om bekommeren;
2. met min of meer zekerheid voor waar of feitelijk houden; rekenen, denken, menen, wanen (bij achten kan twijfel bestaan, menen en vermoeden geven dit uitdrukkelijk te kennen; achten steunt op eigen inzichten, geloven op het getuigenis van anderen): ik acht hem schuldig; ik acht dat nodig, mogelijk; — iets gering, klein, weinig, veel belangrijk achten, schatten, rekenen, houden voor;
3. achting gevoelen en betonen voor; hoogschatten; vooral in het verl. deelw. geacht (zie ook ald.): een geachte firma; de geachte spreker;
4. zelfst. inf. in (w. g.) mijns achtens, naar mijn gevoelen, naar mijn mening.