Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Uitknijpen

betekenis & definitie

(kneep uit, heeft en is uitgeknepen),

I. overg.,
1. knijpend doen uitvloeien: uitgeknepen sap;
2. door knijpen van vocht, van sap ontdoen : citroenen, een wonde, een spons uitknijpen.

II. onoverg., (fig.) er tussenuit gaan, uitsnijden, stil heengaan: hij trachtte uit te knijpen ; — (ook) sterven.